zaterdag 13 maart 2010

Het Huwelijksverbond

.





Mail ons gerust als u vragen heeft of advies nodig heeft, we willen u graag helpen: klik hier


Na zowat acht en dertig jaar getrouwd te zijn, besef ik hoe langer hoe meer dat Gods voorzieningen en richtlijnen tot ons welzijn strekken. Tevens besef ik dat God geïnteresseerd is in ons en zelfs veel beter weet wat goed voor ons is dan dat wij dat zelf weten.

"En de HERE God zeide: Het is niet goed, dat de mens alleen zij. Ik zal hem een hulp maken, die bij hem past" (Genesis 2:18).
"Toen deed de HERE God een diepe slaap op de mens vallen; en terwijl deze sliep, nam Hij een van zijn ribben en sloot haar plaats toe met vlees. En de HERE God bouwde de rib, die Hij uit de mens genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot de mens. Toen zeide de mens: Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees; deze zal 'manin' heten, omdat zij uit de man genomen is. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn" (Genesis 2:21-24).
"Wie een vrouw vond, heeft iets goeds gevonden en gunst van de HERE verworven" (Spreuken 18:22).

Het huwelijk en de wet.
De Bijbel leert dat de vrouw aan de man is gebonden middels de wet (Rom.7: 2) en in Mal.2:14-16 heeft de Here God het over ‘uw wettige vrouw’. Een huwelijk dient daarom overeenkomstig de opdracht van God, volgens de wetten of normen van de plaatselijke overheid gesloten te worden. "Ieder mens moet zich onderwerpen aan de overheden, die boven hem staan. Want er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld. Wie zich dus tegen de overheid verzet, wederstaat de instelling Gods, en wie dit doen, zullen een oordeel over zich brengen" (Romeinen 13:1,2). Wij dienen immers de wetten van de overheid te gehoorzamen tenzij ze strijdig zijn met Gods wetten. In dat geval geldt: "Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen" (Handelingen 5:29).
De beslissing om te huwen, of zelfs de ondertrouw, geeft volgens de Bijbel nog geen recht tot huwelijksgemeenschap. Dit recht ontstaat alleen na de voltrekking van het huwelijk.

Hoe het was in Israël.
In Israël was ondertrouw zo bindend dat de ondertrouwde juridisch vrijwel gelijk stond met een getrouwde. Toch was er tot de definitieve huwelijkssluiting (die doorgaans één jaar na de ondertrouw plaatsvond) geen recht op gemeenschap.
Ieder volk of land heeft bepaalde vormen en regels, waaraan men zich moet houden, wil een huwelijk wettig zijn. Zoals we in de Romeinen brief hebben gelezen, eiste God dat men zich aan deze bepalingen houdt.
In de Bijbel wordt het huwelijk nooit beschreven als een privé afspraak tussen man en vrouw. Op een of andere wijze speelt de maatschappij altijd een rol. Hoewel de vormen verschillen van volk tot volk en van tijd tot tijd, is er in alle maatschappijen wel een begrip van een 'geldig' of 'wettig' huwelijk. Dat God deze plaatselijke vormen erkent, is duidelijk uit de verschillende voorbeelden van huwelijkssluitingen die in de Bijbel voorkomen.

In het huwelijk zijn er sexuele rechten en verplichtingen: "De man kome jegens de vrouw zijn (echtelijke) verplichtingen na en evenzo de vrouw jegens haar man. De vrouw heeft niet zelf over haar lichaam te beschikken, doch haar man; en eveneens heeft de man niet zelf over zijn lichaam te beschikken, doch zijn vrouw. Onthoudt dat elkander niet, tenzij met onderling goedvinden (en) voor een bepaalde tijd, om u te wijden aan het gebed, maar om daarna weder samen te komen, opdat niet de satan u verzoeke wegens [uw] gemis aan zelfbeheersing" (1 Korintiërs 7:3-5).
Gehuwden behoren elkaar toe en mogen niet ontrouw zijn door zich aan een ander te geven.
De Israëlieten ten tijde van Maleachi vroegen zich af waarom God niet meer naar hen luisterde. Het antwoord luidde: "Omdat de HERE getuige geweest is tussen u en de vrouw uwer jeugd, aan wie gij ontrouw geworden zijt, terwijl zij toch uw gezellin en uw wettige vrouw is. Niet één doet zo, die voldoende geest bezit, want wat zoekt die éne? Het zaad Gods. Weest dan op uw hoede voor uw hartstocht, en dat men niet ontrouw worde aan de vrouw zijner jeugd. Want Ik haat de echtscheiding, zegt de HERE, de God van Israël, en dat men zijn gewaad met geweldpleging overdekt, zegt de HERE der heerscharen. Daarom, weest op uw hoede voor uw hartstocht en weest niet ontrouw" (Maleachi 2:14-16).

Het huwelijk is een levenslange verbintenis met God als getuige. Bij de uitdrukking 'uw wettige vrouw' komt in het Hebreeuws het woord 'verbond' voor.

God haat de echtscheiding.
Het huwelijksverbond is geldig tot de dood, zo heeft God het bedoeld. "Want de gehuwde vrouw is door de wet aan haar man gebonden, zolang deze leeft; wanneer echter de man sterft, is zij ontslagen van de wet, die haar aan die man bond" (Romeinen 7:2). Gods wet vormt het fundament van het huwelijk. Dat deze verbintenis geldt zolang beide echtgenoten leven, wordt ook in 1 Korintiërs 7:39 geleerd: "Een vrouw is gebonden, zolang haar man leeft; maar indien haar man is ontslapen, is zij vrij om te trouwen, met wie zij wil, mits in de Here".
"En er kwamen Farizeeën tot Hem en vroegen Hem, om Hem te verzoeken: Is het een man geoorloofd zijn vrouw weg te zenden? Hij antwoordde en zeide tot hen: Wat heeft Mozes u geboden? Zij zeiden: Mozes heeft toegestaan een scheidbrief te schrijven en haar (daarmede) weg te zenden. Jezus zeide tot hen: Met het oog op de hardheid uwer harten heeft hij u dat gebod geschreven. Maar van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en die twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. En thuis vroegen de discipelen Hem weder naar die zaak. En Hij zeide tot hen: Wie zijn vrouw wegzendt en een andere trouwt, pleegt echtbreuk ten opzichte van haar; en indien zij haar man verlaat en een ander trouwt, pleegt zij echtbreuk" (Marcus 10:2-12).
"En ieder, die zijn vrouw wegzendt, en een andere trouwt, pleegt echtbreuk; en wie een vrouw, die door haar man weggezonden is, trouwt, pleegt echtbreuk" (Lucas 16:18).

Hierop zijn wel uitzonderingen.
Indien één van de gehuwden overspel pleegt, heeft de trouw gebleven partner het recht het huwelijk te laten ontbinden, en te hertrouwen. Jezus zei: "Wie zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan hoererij en een andere trouwt, pleegt echtbreuk" (Matteüs 19:9). En verder: "Een ieder, die zijn vrouw wegzendt om een andere reden dan ontucht, maakt, dat er echtbreuk met haar gepleegd wordt; en al wie een weggezondene trouwt, pleegt echtbreuk" (Matteüs 5:32).
In 1 Korintiërs 7:12 t/m 16 bespreekt Paulus het geval waar slechts één van de huwelijkspartners gelovig is. In de verzen 12 t/m 15 maakt hij duidelijk dat het bevel om niet te scheiden voor een gelovige geldt, al is zijn partner ongelovig. Een scheiding mag m.a.w. niet door de gelovige veroorzaakt worden! "Maar indien de ongelovige haar verlaat, laat hij haar verlaten. De broeder of zuster is in dit geval niet gebonden; tot vrede heeft God u geroepen. Want hoe kunt gij weten, vrouw, dat gij uw man zult redden? Of hoe kunt gij weten, man, dat gij uw vrouw zult redden?" (1 Korintiërs 7:15,16).

Mail ons gerust als u vragen heeft of advies nodig heeft, we willen u graag helpen: KLIK HIER

U kunt hier gratis een volledige studie over dit onderwerp downloaden. KLIK HIER