.
In de dagen van Mozes was echtscheiding, ondanks het verbod van God, een gewone zaak geworden. Mozes (dus niet God) heeft toen vanwege de menselijke zwakheid, toegestemd in het geven van een scheidbrief (Deutr.24:1-4). Je kon dus nu een vrouw wegsturen met een brief waarop de reden stond, waarom je haar had weggestuurd. Als die reden geen probleem was voor een eventuele nieuwe echtgenoot, maakte ze een kans opnieuw te trouwen. Trouwen was in die dagen de enige mogelijkheid om aan armoede te ontkomen.
Jezus zette deze manier van wegzenden recht en noemt als grond voor echtscheiding alleen “hoererij”. (Mat.19:3-10 en Mat.5:32). De Farizeëen stelde de vraag of men z´n vrouw om allerlei redenen mocht verlaten, want dit gebeurde in die tijd.
Met “verlaten” werd bedoeld echtscheiden zodanig dat de ander vrij is om opnieuw te huwen. Jezus wijst dit alleen af en noemt de zonden van hoererij de enige grond, omdat dit betekent de schending van het heiligste vertrouwen dat mensen elkaar kunnen geven. Mat.19:3,9 toont aan dat het huwelijk nooit mag ontbonden worden om allerlei redenen. Is dit (wat tegen Gods wil is) toch gebeurd dan mogen de beide partners niet opnieuw huwen, want dan pleegt men echtbreuk. Immers het huwelijk bestaat nog voor God, zolang als de beide partners nog leven.
De enige grond waarop God gelovigen toestaat om wel te scheiden is “hoererij”. Omdat in dat geval de partner die zondigt als dood voor God is, het gaat hier dan uitdrukkelijk om hoererij en niet om één daad van overspel. Het woord wat Jezus gebruikt in Mat.19:9 is in de Griekse grondtekst “porneia” hetgeen betekent hoererij of ontucht. Het Griekse woord voor overspel is duidelijk anders namelijk “moicheia”. Vaak worden Jezus woorden in Mat.5:27,28 gebruikt om aan te tonen dat de partner dan toch een daad van overspel heeft begaan, door een andere vrouw met z´n ogen (gedachten) begeert te hebben. Dit is echter een pure leugen, iedereen weet dat Jezus in Mat.19 niet spreekt over geestelijke hoererij of ontrouw in de gedachten.
Notitie.
Iedere echtscheiding van gelovigen die niet wegens hoererij plaats vindt, is voor God als een niet ontbonden huwelijk. Opnieuw trouwen is echter geen echtbreuk als het huwelijk vanwege hoererij ontbonden is.
In dit geval is verzoening en herstel niet meer mogelijk, wanneer de schuldige partner (na waarschuwingen) volhardt in die weg. Je kunt nu eenmaal niet samen blijven leven met een hoereerder (lees 1 Kor.5:11).
U kunt hier gratis een volledige studie over dit onderwerp downloaden. KLIK HIER
In de dagen van Mozes was echtscheiding, ondanks het verbod van God, een gewone zaak geworden. Mozes (dus niet God) heeft toen vanwege de menselijke zwakheid, toegestemd in het geven van een scheidbrief (Deutr.24:1-4). Je kon dus nu een vrouw wegsturen met een brief waarop de reden stond, waarom je haar had weggestuurd. Als die reden geen probleem was voor een eventuele nieuwe echtgenoot, maakte ze een kans opnieuw te trouwen. Trouwen was in die dagen de enige mogelijkheid om aan armoede te ontkomen.
Jezus zette deze manier van wegzenden recht en noemt als grond voor echtscheiding alleen “hoererij”. (Mat.19:3-10 en Mat.5:32). De Farizeëen stelde de vraag of men z´n vrouw om allerlei redenen mocht verlaten, want dit gebeurde in die tijd.
Met “verlaten” werd bedoeld echtscheiden zodanig dat de ander vrij is om opnieuw te huwen. Jezus wijst dit alleen af en noemt de zonden van hoererij de enige grond, omdat dit betekent de schending van het heiligste vertrouwen dat mensen elkaar kunnen geven. Mat.19:3,9 toont aan dat het huwelijk nooit mag ontbonden worden om allerlei redenen. Is dit (wat tegen Gods wil is) toch gebeurd dan mogen de beide partners niet opnieuw huwen, want dan pleegt men echtbreuk. Immers het huwelijk bestaat nog voor God, zolang als de beide partners nog leven.
De enige grond waarop God gelovigen toestaat om wel te scheiden is “hoererij”. Omdat in dat geval de partner die zondigt als dood voor God is, het gaat hier dan uitdrukkelijk om hoererij en niet om één daad van overspel. Het woord wat Jezus gebruikt in Mat.19:9 is in de Griekse grondtekst “porneia” hetgeen betekent hoererij of ontucht. Het Griekse woord voor overspel is duidelijk anders namelijk “moicheia”. Vaak worden Jezus woorden in Mat.5:27,28 gebruikt om aan te tonen dat de partner dan toch een daad van overspel heeft begaan, door een andere vrouw met z´n ogen (gedachten) begeert te hebben. Dit is echter een pure leugen, iedereen weet dat Jezus in Mat.19 niet spreekt over geestelijke hoererij of ontrouw in de gedachten.
Notitie.
Iedere echtscheiding van gelovigen die niet wegens hoererij plaats vindt, is voor God als een niet ontbonden huwelijk. Opnieuw trouwen is echter geen echtbreuk als het huwelijk vanwege hoererij ontbonden is.
In dit geval is verzoening en herstel niet meer mogelijk, wanneer de schuldige partner (na waarschuwingen) volhardt in die weg. Je kunt nu eenmaal niet samen blijven leven met een hoereerder (lees 1 Kor.5:11).
U kunt hier gratis een volledige studie over dit onderwerp downloaden. KLIK HIER